Date: April 26th, 2011, 10:51 pm
De dag begon als alle anderen. Om acht uur ging de wekker. Ik stapte uit mijn bed en nam een douche. Daarna droogde ik me af en poetste ik mijn tanden onder begeleiding van Gary Jules’ Mad World. When people run in circles it’s a very very mad world, zong hij met zijn ingetogen stem. Ik liet het op me inwerken en staarde uit het raam terwijl Gary onverstoord doorging met zingen. Daarbuiten zag ik een wirwar van mensen. Stuk voor stuk unieke exemplaren. Ze hadden op geen enkele manier verband met elkaar en toch liepen ze daar, naarstig op zoek naar iets. In de regen met een paraplu, terwijl plassen water opspatten door bulderende stadsbussen die hun rust verstoorden. Waarom toch?
Ik vond het geweldig om in mijn appartement te zijn. Drie hoog, met ramen die vanaf de grond tot aan het plafond reikten. Vaak waren mijn gordijnen gesloten, maar af en toe probeerde ik de ruimte te voeden met wat daglicht. Zo ook vandaag. Terwijl ik daar zo stond te kijken begon ik me oppermachtig te voelen. Vanuit mijn troon keek ik neer op de wereld, wuifde ik naar mijn onderdanen. Ik stond op een voetstuk, los van de maatschappij. Ik hoorde er niet bij. Ik kon ze dingen opdragen, en zij zouden dan naar mij luisteren. Maar er deel van uit maken zou ik nooit. Ik hield op geen enkele manier verband met hen. Dat klonk heel tragisch, maar was het beslist niet. Het was gewoon de waarheid.
Ik kon uren naar dit schouwspel kijken. Er gebeurde zoveel. Het stoplicht dat op groen sprong, de overstekende mensen, een pizzabezorger die ongeduldig een blik op zijn horloge wierp. Allemaal hadden ze hun eigen verhaal. Maar niemand had verband. When people run in circles it’s a very very…
Plots ging de deurbel. Ik schrok op uit mijn dagdroom. Tot dit moment had ik niet opgemerkt dat de CD van Gary Jules vastgelopen was. Mad-mad-mad-mad-mad-mad-, weerklonk het in mijn appartement. Zonder de moeite te nemen de muziek af te zetten opende ik de deur en daar stond mijn vriendin. Ik was verrast haar te zien en we omhelsden elkaar terwijl ik de geur van haar haren opsnoof. Ze rook naar framboos.
“Heb je even?” vroeg ze. Ze hijgde nog na van de trappen die ze had moeten beklimmen om bij mijn deur te komen.
“Maar natuurlijk,” antwoordde ik. Ze wurmde zich door de kier van de deur, deed haar jas uit en ging op mijn bed zitten. Ik liep naar het raam en sloeg het tafereel nog even gade. Zij begon nergens over, en om de stilte te doorbreken rapporteerde ik mijn bevindingen aan haar. “Heb je de mensen buiten gezien? Het lijkt wel een mierenhoop.” Ze ging er niet op in. “Ik begrijp met geen mogelijkheid wat al die mensen…”
“Ik wil het ergens met je over hebben,” prevelde ze. Ze frunnikte wat aan haar rok. Ik wist niet goed wat ik daarop moest zeggen en dus bood ik haar iets te drinken aan. “Nee, bedankt,” zei ze met een formele glimlach. “Ik blijf niet lang.” Ze stond op en ijsbeerde wat door mijn appartement. Ik nam haar oude plaats op het bed in. Het voelde warm aan en had op een bepaalde manier iets vertrouwds. Mad-mad-mad-mad-mad…
Ze wist niet goed hoe ze moest beginnen. Dat was me meteen al duidelijk geweest. En dus hielp ik haar maar van start. Zo ging dat nou eenmaal. “Waar kom je dan precies voor?” Ze stopte met ijsberen en ging tegenover me zitten, op de grond in kleermakerszit. Ze keek me een tijdje strak aan en ik vernam een blik in haar ogen die ik nog niet kende. “Ik weet niet goed hoe ik moet beginnen,” sprak ze vervolgens. “Om te beginnen hebben we geen verband.”
“Geen verband…” Ik proefde de woorden. Letter voor letter liet ik ze over mijn tong glijden, om zo de precieze betekenis ervan tot me door te laten dringen. “Volgens mij heeft niemand dat.”
Ze staarde even naar haar handen. Haar nagels waren gelakt in turquoise – dezelfde kleur als haar rok. Dat was geen toeval. “Ik denk dat het noodzaak is. Om iets te hebben. Zoals wij twee.” Het leek alsof ze die woorden met tegenzin uitsprak. Alsof ze ze met alle geweld middels een touwtje uit haar mond trok. Lettergreep voor lettergreep. En daarna stalde ze ze netjes op volgorde voor zich uit zodat ik het kon lezen. Dit alles om te voorkomen dat het uitgesproken moest worden. “En daarom moet ik gaan.”
Zonder ruimte over te laten voor mij om te reageren stond ze op en pakte ze haar jas. Bij het dichtsmijten van de deur hervatte Gary zijn lied. Ik bleef roerloos op bed zitten terwijl ik nadacht over wat er zojuist was gebeurd. Starend naar de dichte deur voelde ik me eenzamer dan ooit. Enlarge your world. Mad world…
Leave a Reply