Date: April 21st, 2011, 01:05 am
Ik probeer terug te denken aan de tijd dat er nog onschuld bestond. Vroeger, toen niemand beter wist. Toen alles nog zo lieflijk luchtig en draagbaar was. De tijd van de gebreide truien en de cassettebandjes. Van de pannenkoeken en het spelen in de zandbak. Waarom heb ik nooit bewust een verandering meegemaakt? En passant is alles overgegaan op het nieuwe en het voelt alsof ik al die tijd in een roes heb geleefd. Alsof ik nu pas wakker word en besef dat alles en iedereen om me heen een ware metamorfose heeft ondergaan. Waar is de tijd gebleven?
Ik zit in de tuin en rook mijn laatste sigaret. Benen opgetrokken. Starend naar de sterrenhemel. En terwijl mijn blik ten hemel gericht is realiseer ik me dat ook daar alles continu in beweging is. Het stemt me onvoorstelbaar zwaarmoedig. Want hiermee komt ook het besef dat er simpelweg geen tijd is om stil te staan. Iedere keer dat je stopt om te recapituleren is alles anders. Terugkijken is volslagen onzinnig. En dus neem ik me voor het niet meer te doen.
Ik sta op en loop naar de wastafel, gooi een plens water in mijn gezicht. Ik wil de tekenen van het verleden eraf wassen, wil niets meer hebben dat wijst op gisteren – zelfs niets dat wijst op de morgen. Mijn focus moet enkel liggen op het heden en dus probeer ik me te concentreren op de enige zekerheid die ik op dat moment nog vast kan grijpen: mijn eigen spiegelbeeld.
In de spiegel boven de wastafel bestudeer ik mijn gezicht uitvoerig. Ja, denk ik. Dat ben jij. Maar zo voelt het niet. En daarom zeg ik het nog maar eens hardop. “Ja, dat ben jij,” hoor ik een stem nagalmen in de dichte stilte van de nacht. Een stem, maar de mijne is het niet. Compleet gedesillusioneerd kruip ik in mijn bed en staar ik naar het plafond. Ik dacht altijd dat bezinning wijzer maakte, maar nu weet ik zelf niet eens meer wie ik ben. Het ochtendgloren breekt al aan als ik besef dat ik de slaap niet heb weten te vatten.
Soms is het maar beter om in het ongewis te blijven.
Leave a Reply